Aanpasbaar en toch op maat: de nieuwbouw voor ABB Electric Vehicle Infrastructure verenigt deze twee ogenschijnlijke tegenstrijdigheden. De in Delft gevestigde afdeling van het technologiebedrijf ontwikkelt laadpalen voor elektrische voertuigen.
Dennis Brouwer is Product Group Manager in Delft en was nauw betrokken bij het ontwerp- en bouwproces. ‘De ontwikkelingen in onze branche gaan veel sneller dan we hadden kunnen bedenken. Het nieuwe pand is een aantrekkelijke en functionele basis waarmee we kunnen groeien. Onze relaties nodigen zichzelf uit om het pand te komen bezichtigen’, vertelt een lachende Dennis Brouwer. En dat is niet alleen om te komen kijken naar het enorme lab waarin de laadpalen voor bussen, vrachtwagens en personenwagens worden getest. Al kun je er moeilijk omheen: het laboratorium is als een straat in het gebouw vormgegeven. Overal valt daglicht naar binnen, via de straat, de gevels en koepels in het dak. ‘Ook jonge software-ingenieurs vinden het prettig om hier te werken. En dat is wel een groot voordeel, omdat we met ons bedrijf willen meegroeien met de ontwikkeling van de markt.’
Het laboratorium is als een straat in het gebouw vormgegeven, en overal valt daglicht naar binnen
Brouwer kwam in het bedrijf toen de Delftse startup Epyon werd overgenomen door het Zweeds-Zwiterse technonologiebedrijf ABB. Het jonge bedrijf was gevestigd in Rijswijk, waar in een bestaand pand een laboratorium was ingericht. ‘Dat was eigenlijk geen houdbare situatie’, vertelt Brouwer. ‘Zeker omdat er steeds meer mensen kwamen werken. Een zoektocht naar bestaande panden had weinig opgeleverd: we hebben toch wel een heel specifieke vraag. Toen ik hier kwam werken, lag er al een plan voor een nieuw pand dat door ABB Real Estate was opgesteld. Maar daar is uiteindelijk geen vervolg op gegeven.’
EGM maakte in 2015 een eerste schets op verzoek van ABB Real Estate. De bestaande business case voor de jonge divisie Electric Vehicle Infrastructure vormde de basis voor het gebouwontwerp. Het gebouw ondersteunde de bedrijfsdoelstellingen. Toch duurde het tot 2017 voordat er in een Design&Build contract met EGM en Hurks Bouw een definitief “ja” kwam op de bouwplannen. Dennis Brouwer: ‘In ons concern wordt er liever in business geïnvesteerd dan in bakstenen. Maar wij zijn het plan blijven pitchen - altijd in relatie tot de business case.’ Uiteindelijk werd besloten om het in 2015 getekende plan uit te voeren. ‘Helaas ook met het budget en prijspeil van 2015’, vertelt Brouwer met een glimlach. De bezuinigingen die volgden, hebben het plan ‘helder en zuiver’ gemaakt. ‘En met de inrichting – het meubilair – wordt het pand zachter en menselijker.’
Een belangrijk onderdeel van het bedrijfsplan was groei van de organisatie: een onvoorspelbare en tegelijkertijd noodzakelijke inschatting daarvan werd onderdeel van het ontwerp. In het ontwerp vertaalde zich dat in een modulaire opbouw, waardoor de organisatie de ruimten flexibel kan benutten. Tijdens het ontwerp- en bouwproces werden de medewerkers nauw betrokken bij de verschillende stappen. Brouwer: ‘Bouwen is een activiteit met een grote impact op de mensen die in het gebouw gaan werken. Voor de medewerkers duurde het bouwproces lang – ruim twee jaar. We hebben tijdens de bouw activiteiten bedacht om de moraal hoog te houden voor de groeiende groep medewerkers die in het bestaande pand in Rijswijk bijna niet konden wachten op de verhuizing naar Delft.’ EGM en de bouwer werden betrokken bij die activiteiten: zo was er met het architectenbureau een sessie met 3D-brillen waarmee iedereen virtueel door het toekomstige pand kon lopen en hield Hurks een frietlunch bij het behalen van het hoogste punt op de bouwplaats.
Dit gebouw is een duidelijk signaal naar de eigen mensen en de markt: de business van e-mobility is ons menens. Dat straalt dit gebouw op alle niveaus uit
Niet alleen kregen de architecten de ABB Guidelines mee voor het ontwerp en de inrichting van het pand, het gebouw werd ook een showcase voor de producten van het bedrijf. Brouwer: ‘Het volledige klimaatsysteem en het gebouwmanagementsysteem zijn state of the art. Overal hangen sensoren voor de verlichting en CO2. Ja, dit is een slim gebouw!’ Zoals met veel aspecten van het gebouw, is er een basis gelegd voor verdere ontwikkeling. ‘De hardware is aanwezig, nu kunnen we met software en data aan de slag. Dat geldt ook voor het laboratorium. We kunnen voor de toekomst niet precies inschatten wat we nodig zullen hebben aan capaciteit en vermogen. Wat we zeker weten, is dat er vermogen van beneden naar boven moet worden geleid. Die kabel ligt er alvast.’
Op het bedrijventerrein TU Delft Campus oogt het nieuwe pand van ABB als een gesloten, witte doos. ‘Maar als je dichterbij komt, laat het gebouw steeds meer zien.’ Eenmaal binnen is er een enorme beeltenis van een Formula E raceauto die de bezoeker meteen in de juiste stemming brengt. Brouwer, met een knipoog: ‘Niet helemaal volgens de ABB-richtlijnen’. In het laboratorium zijn de testopstellingen zichtbaar: autofabrikanten brengen hun nieuwste typen elektrische auto’s om tests mee te laten uitvoeren. Wekelijks ziet Brouwer nieuwe medewerkers via de felrode trap in het hart van het gebouw naar hun werkplek gaan. Door de open structuur van het gebouw en de transparante scheidingswanden zijn de verschillende onderdelen van het bedrijf goed zichtbaar en hebben medewerkers overzicht. ‘Dit gebouw is een duidelijk signaal vanuit het concern ABB naar de eigen mensen en de markt: de business van Electric Vehicle Infrastructure is ons menens. Dat straalt dit gebouw op alle niveaus uit.’
Caroline Kruit, journalist en uitgever, interviewde Dennis Brouwer in januari 2020