Dit jaar kwam het bericht weer eerder dan vorig jaar. Al tijdens mijn zomervakantie, het was 29 juli, las ik dat het de Earth Overshoot Day was. Die dag symboliseert wereldwijd het moment dat de jaarlijks beschikbare hulpbronnen voor dat jaar verbruikt zijn. Vanaf die dag tot 31 december plegen we roofbouw op onze aarde. Kortom, we gaan in de min. Extra schrikbarend is dat deze dag elk jaar eerder op de kalender verschijnt.
Bijna dagelijks ontvangen we via allerlei media berichten die betrekking hebben op het verbruik van onze grondstoffen. Aan de ene kant rapporten en krantenkoppen met waarschuwingen over de leefbaarheid op aarde. Zoals recentelijk de bosbranden in Brazilië en Siberië, Duitse boomsterfte door kevers, plasticsoep in oceanen, Nederlandse natuur verwoest door droogte en het bericht dat jaarlijks 9.000 mensen in Nederland overlijden ten gevolge van luchtvervuiling. Aan de andere kant plannen met oplossingen, daadwerkelijk genomen maatregelen en gedragsverandering van mensen. Zoals het nationale klimaatakkoord, de toename van windmolens en zonnepanelen en de stijgende consumptie van vleesvervangers. Vaak is er discussie over de juistheid van noodkreten, de betekenis van rapporten en het nut van maatregelen. Maar over het algemeen is er consensus over het feit dat we zo niet door kunnen leven en er veel moet veranderen.
Er zijn volgens mij twee grote obstakels op de weg naar een duurzame wereld. Ten eerste is er nog steeds onvoldoende besef voor de urgentie. Doordat de meeste problemen ten gevolge van de roofbouw op onze aarde in de toekomst liggen ervaar je de consequenties vandaag de dag nauwelijks, zeker in het welvarende Nederland. Van de maatregelen die we nu moeten nemen profiteren vooral toekomstige generaties, je doet het dus niet voor jezelf. Ten tweede is er nog steeds onvoldoende kennis. Hier ligt een grote taak voor de wetenschap. Hoe werkt het klimaat en ecologisch systeem exact? Zijn er nieuwe 100% schone energiebronnen te ontwikkelen? Hoe realiseer je zero waste, of hoe ruim je gemaakte vervuiling volledig op? Verder is het doodzonde dat we de wel aanwezige kennis niet maximaal inzetten. Ook daar is nog een wereld te winnen.
Het is noodzakelijk de ontwikkelingen voor een betere wereld te volgen, maar je druk maken om zaken waar je geen invloed op kunt uitoefenen is verspilde moeite. De vraag die ik mijzelf stel is wat ik er aan kan doen. Grote, vaak abstracte, problemen maak ik daarbij klein en persoonlijk. Kan ik privé mijn levensstijl aanpassen? Wat zijn kansen tot verbetering op mijn werk? Ik vind het een mooie uitdaging om bij EGM duurzaamheid tastbaar te maken en integraal in onze werkwijze te verweven.
Duurzaamheid - soms onbewust als gewoonte andere keren bewust vanuit planmatige aanpak. Dat is mijn doel.
Al vele jaren is duurzaamheid vast onderdeel van de werkzaamheden binnen EGM, dit geldt zowel voor de bedrijfsvoering als ook, en met name, voor de ontwerpen. Jaarlijks brengen we de milieubelasting van ons bureau in beeld en bekijken we hoe we deze kunnen verkleinen. Zo kijken we opnieuw naar inkoop, afvalverwerking, verlichting en reisgedrag. Maar de meeste milieuwinst voor ons architectenbureau is te behalen via de projecten. De kern van een duurzaam ontwerp ligt voor mij in de letterlijke betekenis uit de Van Dale van het woord duurzaam: ‘lang durend, weinig aan slijtage of bederf onderhevig, het milieu weinig belastend’. Dit geldt zowel voor het materiaalgebruik als voor de esthetica en gebruikswaarde. We ontwerpen niet alleen voor het huidige gebruik, maar denken ook na over wat er met een gebouw of delen ervan kan worden gedaan als er uiteindelijk toch een einde aan de levensduur komt en het gebouw(deel) onderdeel wordt van de circulaire economie.
Duurzaamheid als integraal onderdeel van alle beslissingen, soms onbewust als gewoonte andere keren bewust vanuit planmatige aanpak. Dat is mijn doel. Zo hebben we het werkoverleg met een interieurbouwer omgezet van ter plaatste in een conference call, met grote mobiliteitsbesparing voor alle partijen als winst, werken we voor een kantoorcomplex aan een materiaalpaspoort en onderzoeken we bij de transformatie van een bibliotheek eerst welke onderdelen herbruikbaar zijn.
Om de juiste keuze te kunnen maken is het belangrijk dat opties, investering en impact tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Gelukkig zijn er veel ontwikkelingen die hierbij helpen. Zo ondersteunen duurzaamheidscertificaten en rekenmethoden die de duurzaamheid van ontwerpen, materialen en bedrijfsvoering onderbouwd beoordelen, in gesprekken met opdrachtgevers en collega’s. En ontwikkelen leveranciers continu nieuwe duurzame producten op het gebied van energiezuinige installaties, gevels en meubels. Elke keer als bij EGM een project begint, organiseren we een startbijeenkomst waarin we de duurzaamheidsambitie bespreken. Het is daarbij mijn rol om met het verzamelen, beoordelen en beschikbaar stellen van kennis en informatie maximaal duurzaam te presteren voor onze opdrachtgever.
Hopelijk lees ik volgend jaar pas na mijn zomervakantie dat de Earth Overshoot Day is bereikt, of nog beter tijdens de herfstvakantie.
René Buckers
senior technisch ontwerper, EGM
2019.09.02