Word je in lichte gebouwen gelukkig?

Hoe gelukkig word je van licht en is meer altijd beter?

Word je in lichte gebouwen gelukkig en is meer altijd beter? Schaadt ook hier overdaad en is het werkelijk een medicijn dat mensen beter maakt? AnneMarie Eijkelenboom schrijft over de invloed van goed daglicht op gezondheid en geluk.

Gezondheid en architectuur

Gezondheid en geluk worden mede door de omgeving beïnvloed. Kennis over het verband tussen gezondheid en omgeving helpt om met gebouwen het welbevinden meer en meer positief te beïnvloeden. Dit is geen overbodige luxe. We brengen immers in het geïndustrialiseerde deel van de wereld 90 tot 95 procent van de tijd binnen door, beschut tegen weer en wind. Dit betekent dat voor miljarden mensen het dagelijks leven met behulp van een goed ontwerp positief beïnvloed kan worden.

 

Licht als medicijn

Bij het zesde VELUXdaglicht symposium in Londen, lag de focus op het verband tussen licht, gezondheid en architectuur. Deborah Burnett maakte de reusachtige invloed van licht op de gezondheid duidelijk met een neurofysiologisch schema. Het ritme van daglicht en duisternis beïnvloedt het circadiaanse ritme, dus onder andere de hartslag, bloeddruk, slaap, wondgenezing, immuunsysteem, metabolisme, lichaamsgewicht en humeur. Te weinig daglicht is simpel gezegd: ongezond.

 

Wat is goed licht?

Goed licht laat zich niet eenvoudig definiëren. Er is een diversiteit en variatie in menselijke behoeften, afhankelijk van leeftijd, levensstijl en werkritme. Daglicht is afhankelijk van bewolking, geografische ligging en zonnestand. De intensiteit is dynamisch en onvoorspelbaar. En juist dat dynamische karakter werkt op het bioritme.

 

Is meer licht altijd beter?

De afwisseling van licht en schaduw is een basaal element in de architectuur. Meer is niet altijd beter. Twee sprekers hebben dit met de volgende voorbeelden geïllustreerd. Professor Song Yehao brengt met zijn architectuur de relatie tussen klimaat, licht, privacy en ambacht een poëtisch geheel tot stand. Bij de THe studio in Gui’an heeft hij de gevels opgebouwd uit rieten matten die het felle licht temperen en verblinding voorkomen in het gebouw. Song Yehao beoogt met het ontwerp van zijn semitransparante gevels aan te sluiten bij de Oost Aziatische traditie. Een ander voorbeeld is de bibliotheek in Stockholm van Gunnar Asplund uit 1928. Martin Schwartz betoogde, met behulp van daglichtsimulaties, dat Asplund bij het ontwerp van de leeszaal in het midden van het gebouw heel bewust niet voor een groot daklicht heeft gekozen, maar voor een cirkel van verticale smalle ramen, afgewisseld met penanten hoog in de ruimte. De ramen geven voldoende en diffuus licht tot in het midden van het gebouw.

 

Deze voorbeelden tonen aan dat niet alleen vanuit kostenbeperkingen en energetische problemen daglicht in iedere ruimte maximaal moet zijn. Veel licht is goed, maar een 100% glazen gevel is vaak niet bruikbaar, saai, duur en energetisch een ramp.

 

Kennis en intuïtie

De THe studio in China en bibliotheek in Stockholm zijn op basis van ervaring en intuïtie ontwikkeld. Voorbeelden die inspelen op de omgeving, op het gebruik en de geografie. Toch laten zij ook vragen onbeantwoord. Heeft bij deze gebouwen het licht ook een goede werking op gezondheid en welbevinden? Wat is goed en hoe vinden we het antwoord op deze vraag? Marilyne Andersen leidt onderzoek naar methoden om licht te beoordelen en simuleren. De simulatie van licht in een gebouwontwerp maakt het visueel effect van de lichthoeveelheid, contrasten en tegenlicht beter inzichtelijk. Simulatietechniek biedt ondersteuning om mensen, met hun eigen noden en wensen, in het ontwerp centraal te stellen. Naast deze techniek is meer onderzoek nodig naar de verbinding tussen enerzijds biomedisch, psychologisch en antropologisch onderzoek, en anderzijds licht, lucht en geluid. Verbinding en kennisontwikkeling die naast ervaring en intuïtie leiden tot goede, inspirerende en helende architectuur.

 

5 Favorieten

Zoals Koen Steemers 5 manieren voor welzijn illustreerde (connect, keep active, take notice, keep learning and give), roep ik iedere lezer op zijn of haar 5 favoriete gebouwen te benoemen. De vraag of licht in deze gebouwen een grote rol speelt is retorisch.