Hoe woont mijn 85-jarige ik?

Hoe zou jij willen wonen als je later oud bent? Dit was de hoofdvraag van het onderzoek onder zo’n 100 werknemers van EGM. De resultaten zijn inspirerend.

Zo staat de gemiddelde EGM’er graag in contact met dieren, vinden we het niet fijn als naasten ons in onze zorgvraag moeten voorzien en zien we ons gezellig wonen in een kleinschalige woongroep. Daarbij draaien we onze hand niet om voor het verrichten van hand- en spandiensten voor onze medebewoners.

Naar aanleiding van de uitkomsten van de enquête zijn enkele concepten ontstaan. Die zijn tijdens een brainstormsessie verder uitgewerkt waarbij er twee duidelijk tegenover elkaar kwamen te staan. Allereerst, het studentenhuis met vrienden, zoals velen die zullen herkennen uit de studententijd. Daar bepaal je zelf met wie je woont, of er een wijnkelder is en wanneer je aanschuift aan de grote stamtafel. Samen met bekenden geniet je van je oude dag. Hier wordt collectief verkozen boven privaat.

Daar tegenover staat de woonboerderij in de stad. In dit concept zijn daken van bestaande gebouwen opgetopt en voorzien van ruime appartementen, omringd door groen. Er zijn veel privé ruimtes die aan elkaar gekoppeld zijn middels een collectief ‘erf’. Op het erf lopen dieren los, in de moestuin worden groenten verbouwd en het collectieve deel is toegankelijk voor de andere bewoners uit de stad. Het geheel is een groene oase van rust en ruimte, op een onverwachte plek in de stad waar voorzieningen binnen handbereik zijn.

De enquêteresultaten en de ontwikkelde concepten zijn verder uitgewerkt in onderstaand rapport.

Wilt u meer weten over de woonconcepten of het onderzoek? Neem dan gerust contact op met Rosanne Alkema, Heleen Meinsma of AnneMarie Eijkelenboom.